Dag 5 Elfstedenwandeltocht 2017

Door de wekker gewekt vanmorgen, dat is me nog niet overkomen deze week. Zoals altijd onrustig geslapen, maar daar maal ik niet meer om.

Kwart voor zes reden we goedgemutst weg van Bolsward naar onze laatste startplaats Dokkum. Een prachtige stad dat Dokkum, al dacht Bonifatius daar in 754 waarschijnlijk anders over. Over de mooie nieuwe centrale as om Leeuwarden reed het mooi rustig en het was dan ook niet verwonderlijk dat we ruim op tijd arriveerden en het ons wederom gegund was om een bakkie koffie te nuttigen. Koffie-kwaliteit niet slecht dit jaar, dat moet gezegd. Alle bekende gezichten stonden vrolijk vanmorgen. In wandelkringen nemen we die laatste dag niet meer serieus, sneuvelen zullen we niet meer, al dacht Tinus uit Burgwerd er misschien toch wat anders over. Geblesseerd aan zijn rug, liep dit stoere oermens anders dan anders. Het hoeft verder geen uitleg dat hij de finish haalde.

Met Sietze en Jan T. uit Boalsert weer op weg via een nieuwe route over Rinsumageest en eens niet over Damwoude. Even wennen, want de koffie met cake was nu wat eerder, maar wat mij betreft kan dit vaker. Veel lopers liepen met een Fries shirtje, rokje, petje en zelfs veters. Ja, wij Friezen zijn trots op onze kleuren en zelfs Belgen en Zeeuwen liepen in een pompeblêdshirt. Welk een verbroedering, je kan je dan niet voorstellen welke ellende er is verderop in de wereld.

Zoals bekend is wandelen niet zo moeilijk: het ene been voor het andere en dit repeteren, vandaag waren dit zo’n 35.000 stappen met een afstand van 27,9 km. Zijn misschien wat zinloze feiten, evenals misschien deze blog, maar dit komt nu even spontaan in mij op, vandaar deze vermelding.

Na wat koffiepauzes, de laatste in Tietjerk of Oenkerk kwamen we langs het bekende Elfstedenmonument ‘It sil heve’ met allemaal portretten van deelnemers aan de schaatselfstedentocht. Helaas hangt er geen tegeltje van mij. Heb nimmer de tocht geschaatst. Om mijn zelfvertrouwen en ego toch wat op te krikken en u het beeld te geven dat ik dan toch meer dan gemiddeld iets heb met de Tocht der Tochten: 26 keer heb ik hem gefietst en nu dus 11 keer gelopen. In het land van Elfstedenbedwingers op de Elfstedenladder ben je dan lang geen middenmoter. Gisteren kwam ik een man tegen die voor de 46e keer deelnam aan de Elfstedenwandeltocht en die had een kleindochter die al acht keer heeft deelgenomen aan de Vierdaagse van Nijmegen (u weet wel, een slecht aftreksel van ‘onze’ tocht). Nu is die acht keer deelname pas bijzonder als je haar leeftijd kent: ze wordt achttien.

De laatste kilometer ging weer door het bekende park waar menigeen zich had neergevlijd in het kortgemaaide gras. Toch was er respect voor ons. Mensen klapten zelfs soms, jawel dit doet ons toch wel wat zullen we maar zeggen. In de Harmonie groot feest uiteraard. Het was de Commissaris van de Koning John Jorritsma die mij persoonlijk de hand drukte en lovend sprak over de geweldige prestatie mijnerzijds en hij kon tevens de Bolsward-promotion zeer waarderen en zelfs sprak hij over zijn Bolswarder roots. U snapt wel: bovenstaande klopt natuurlijk niet. Gelukkig ben ik een nobody en dat willen wij Elfstedenwandelaars graag blijven.

Dan maar aan het goudgele vocht en het mag gezegd en geroemd worden dat wij Bolswarders een prima rol speelden in de winstmarge van de catering in dit theater. Het was zelfs zo erg dat deze jongen zijn bier over Sietze gooide wat mij op een welgemeende ‘getverdemme’ te staan kwam. Enige beneveling was mij niet meer vreemd, de woorden kwamen wat verwrongen uit mijn mond, ja het was gezellig. Natuurlijk – vóór deze ontbindende staat – nog vele mensen gefeliciteerd, waaronder Piet, broer Piet, broer Lucie (10e keer, hij hoort er nu ook bij), Cathrinus, Anna, Marijke, Loltsje, Tinus, man uit Utrecht, man uit Middelburg, Feie (mooi shirtsje) en vrouw, Nanne en nog zoveel anderen.

Het was weer een prachtige week!

Oant folgend jier!

Dag 4 Elfstedenwandeltoch 2017

Het mooiste traject van de Elfstendentocht vind ik die van dag 4, Franeker – Dokkum. Het was mistig toen we om 6.15 uur vertrokken naar Franeker. Lambertus stuurde de Renault vastberaden naar de startlocatie en zowaar hadden we tijd om koffie te drinken.

Na de begroeting van vele bekenden en een onverstaanbaar woordje van de wethouder aldaar, liepen we al snel Franeker uit. Mooi stadje, zeker. Een mooi plaatsje is zeker Berlikum al is de weg er naar toe nog mooier. Een schelpenpad langs het water en dan met het zonnetje en een zacht briesje: mooier kan het voor een wandelaar bijna niet worden, al dacht Sietze hier heel anders over. ‘Ik fien dat altiid su’n rotstuk, met die skelpkes’. Sietze loopt liever over de A7 grapte ik later tegen Jan Teernstra, ook Bolswarder. Praatje hier en praatje daar, al snel kwam Beetgum in het zicht. Hele gesprekken met de Workumer brandweer-mannen over het voetbal in Workum, over nieuwe tijden, goede tijden en de ooit betere tijden toen voetbal nog iets voorstelde zullen we maar zeggen.

Na de droge worst van de slager sloegen we de bocht om naar het lelijkste dorp van de elf steden, te weten Stiens. Vorige jaren al genoeg gezegd over het ontbreken van enig historisch besef en interessante dorpskern. Hier wil geen toerist komen lijkt mij. Edoch: na Stiens een lange weg te gaan naar de Dokkumer Ee. De Lange Weg is berucht voor vele lopers. Lang, saai en er komt geen eind aan en kijk, jawel, dat vind ik nou wél een leuke weg. Langs de Dokkumer Ee blijft het oppassen met de vele fietsers. Wij zwalkende lopers zijn niet echt populair, maar mensen op een fiets met een accu zijn dat bij ons dan weer niet. Tja, beetje oppassen voor elkander en elkaar de ruimte geven lost veel op.

En dan bij Birdaard, aan de andere kant van het water, wonende op een locatie waar we allen zouden willen wonen en zeker rentenieren… daar stonden ze te wuiven: Wobbie en Jouke. Beetje gek was dat Bolswarder Annie B tien meter voor ons liep en ook zwaaide en hun namen roepte al zou ze later zeggen dat ze blij was dat ik hun namen riep, ze was de naam van Wobbie vergeten. Deze jongen niet en zeker ook niet de blonde paardestaart die mij en haar ooit in verlegenheid bracht. ‘Do bist goed bezig om Boalsert te promoten’ of zoiets riep Wobbie en ik dacht dat Annie niet zou weten wat ze daarmee bedoelde. Snapt u het nog trouwens? In ieder geval heb ik iets met deze twee ontzettend aardige mensen en vroegere Elfsteden- en Kennedymars-bedwingers.

De koffie werd weer genuttigd op het terras een stukje verderop. Koffie met appelgebak en dat was zeker lekker al deelde ik de mening van Jan dat de koffie nergens naar smaakte. Intussen vergeet ik nog even Jan S die lekker een sigaretje zat te roken. Ook met Jan stukjes opgelopen deze dag. Bij Barthlehiem nog kort gesproken met Anna en Ida. Laatstgenoemde leek er een beetje doorheen te zitten als de blik in de ogen de waarheid weergeeft van wat het lichaam voelt. Dat mocht ook, want gisteren heeft ze een Kennedymars van 80 km gelopen. Jaja, er zijn duursporters boven duursporters, er is altijd een overtreffende trap. Dat gevoel vasthoudend maakte de laatste kilometers weer makkelijker. Dokkum komt nooit snel dichterbij, maar al pratende kom je er weer iets eerder. Niet te veel nadenken, gewoon lopen, kop naar beneden en doorgaan.

Afijn, om een uur of kwart voor vier mochten we de bevrijdende stempel ontvangen. Wel voordat we een busje door de drukke straat hebben weggedrukt. Komisch gezicht, een busje met vier mensen er achter de bus voortduwend. Ja, hier was weer sprake van enige vorm van humor.

Morgen proberen we het weer. Toch drie blaren ontdekte ik.

Oant moarn!

Dag 3 Elfstedenwandeltocht 2017

Vanmorgen konden we eens een keer uitslapen. Pas om kwart voor zes stond de wekker. Uiteraard was ik al weer wakker en drukte ik de wekker om 05.43 uur uit. Daar gaan we weer voor dag 3, de tocht van Workum naar de oude studentenstad Franeker. Wederom de speech van de spreker niet gevolgd in het mooie Workum. Zowaar stond ik samen met Jan T. redelijk in de middenmoot. Ook Sietze stond redelijk middenin.

Al snel waren er weer vele mensen die even begroet dienden te worden. Zoals bijvoor Sytze uit IJlst, altijd enthousiast deze jongen die gek is op achtbanen en ook recordhouder is van naar ik meen 24 uur in zo’n baan rondjes te draaien. Nu vinden we dit natuurlijk niet helemaal normaal, maar toch is het een prestatie op zich natuurlijk. Ook Piet was er weer, dit keer met een blaar op de hak. Blaren op de hak zijn vervelend, maar na een intapebeurt ging het al weer wat beter met de man uit St. Anne. De weg naar Bolsward is mooi, maar de aankomst in de Broerekerk doet wat met een Bolswarder. Het prachtige bouwwerk – in 1980 gedeeltelijk afgebrand – kent een prachtige lichtinval en dito akoestiek. Adri de Boer stond in een hoekje ‘In neie dei’ te spelen, vrouw en dochter zaten met o.a. Anneke te stempelen en door al deze indrukken werd ik zelfs een beetje emotioneel. Bolsward heeft meer dan andere steden iets met de elf steden.

Kiek, zo doen we dat in Boalsert!

De route ging zoals bij ons bekend, langs Schettens (waar was Pier? Die hebben we niet gezien) alwaar Van Abbema mij de hand schudde, een dropje aanbood evenals de bouillon van mevrouw Stoop. Schettens waardeert de Elfstedenlopers enorm, en dat valt te prijzen. Na de vriendelijke begroeting in Witmarsum (ga aub wat aan die verschrikkelijke saaie bestrating doen) vervolgende we onze weg naar Arum en Kimswerd en spraken we over de prachtige uitvoering die hier in de zomer heeft plaatsgevonden. Ja, Kimswerd kent zijn klassiekers!

Pauze hadden we – inmiddels met Sietze – bij de camping in Harlingen. Prachtig plaatsje altijd, prima catering, nooit wat op aan te merken. Deze camping zouden ze eigenlijk onder Kimswerd moeten laten vallen, want Harlingen mogen we van vele Elfstedenlopers schrappen als Elfstedenstad. Geen enkel besef, louter rollende koffers die snel naar de veerboot moesten. Nee, zullen we maar van Berlikum de elfde stad maken en Harlingen laten vervallen? Bij Berlikum zijn namelijk oude documenten gevonden die aangeven dat dit dorp eigenlijk stadsrechten heeft. Om Harlingen trekken we dan de zuiderhaven door en maken we tevens een noorderhaven, westhaven en oosthaven. Zo krijgen we een soort eilandje met een status aparte, goed voor de toeristen en dan lopen wij er wel omheen of over Achlum. Niks erger als jij met ‘je stijve poaten’ dwars door een vakantiegroepje op slippers moet zien te komen. Nee, schrappen die boulevard.

Afijn, Midlum was het vervolg en daarna verschijnt toch dat bordje van onze ouwe seunen weer. Let wel: Harlingen vind ik een prachtige plaats met historisch besef behalve dus de Elfstedenwandeltocht. Ooit had Bolsward trouwens een slechte naam door het stempelen binnen in het stadhuis met een ambtenaar die koffie stond te drinken met een groep wachtende en geirriteerde lopers in de regen. Daarna pakte de gemeente het aan (dankzij o.a. Tjalda) en vond de bestempeling plaats in het eerder beschreven monumentale bouwwerk.

Gelukkig verscheen Herbayum toch nog redelijk snel en na een korte waterstop arriveerden wij om dik half vier tevreden in Franeker en konden wij ons laven aan het goudgele vocht.

De pootjes worden wel wat warmer, dikker, roder en breder, maar het gaat goed zo.

Oant moarn!

Dag 2 Elfstedenwandeltocht 2017

Om zes uur vertrokken we, met als stuurman Lambertus, richting Sleat. Voor Balk wachtte ons een verrassing. De N359 was afgesloten en we moesten via een sluiproute richting onze startplaats. 06.57 Uur kreupelden we de Renault uit en we waanden ons al vooraan het startlint, edoch wij werden gesommeerd om te lopen en achter aan te sluiten. Opvallend detail was trouwens dat een deelnemer doodgemoedereerd vóór de start stond te wachten. N.a.w. had hij zelf de startkaart al geknipt.

Vanuit de achterhoede liep ik rustig op met collega Jan, keuvelend over het werk en voetbal. Cambuur wist het helaas niet waar te maken. Erg jammer voor het Friese voetbal en Leeuwarden in het bijzonder. Onderweg kwamen er weer vele bekenden langs. Het mooie van wandelaars is wel de zelfspot. Niemand voelt zich verheven boven een ander en iedereen ziet wel in dat je een beetje gek moet zijn om jezelf vijf dagen zo uit te putten.

Tot Stavoren met Jan opgelopen. Sietze liep met zijn vrouw iets achter ons. Al snel verdween hij uit het zicht. In Stavoren soep, broodje kroket en broodje kaas gehad. Ondertussen nog wat stekelige appjes gestuurd naar een collega die ook nogal humor heeft: de bal werd snel teruggekaatst. Jan bleef even hangen in Stavoren en ik spoedde mij langs ‘het vrouwtje van’ zonder haar een blik waardig te gunnen. Opschieten wou ik. Uiteraard kwam ik Piet weer tegen die kampte met een opkomende blaar die was behandeld. Bij Molkwar hebben ze een prachtige camping met veel toiletten. Vele lopers schijnen dit niet te beseffen, ik destemeer. Even rustig zitten en dan opnieuw een inhaalrace. Vijfhonderd meter haal je niet zomaar in, dit kan kilometers duren. Veel positiviteit met Jan Terpstra er bij al waren we getuige van zijn telefoongesprek: ‘ik wie even dea, mar bin er no wer’. Die uitspraak is tekenend voor het lopersvolk. Soms zit je er even doorheen en vraag je je af waarom je dit doet, of dit leuk is en waarom je dit je voeten aandoet. Na regen komt altijd zonneschijn. Gezegend met een portie zelfspot kom je ver en al verhalend ben je zomaar langs de dijk in Hindeloopen, een van de mooiste plaatsjes van Friesland en de Elfstedentocht.

  

De organisatie had de route naar Workum verlegd. Hier waren we niet zo blij mee. De afstand werd zo verlengd met 1.6 kilometer. Hier wordt je niet zo blij van, al moet ook weer gezegd dat er afstand werd gewonnen in Gaasterland. Zo kwam Sports-Tracker tot 45 kilometer en dat viel toch weer mee. Om 15,48 uur kreeg ik de verlossende stempel.

Na afloop veel drukte op de terrassen. Toch weer uitgekomen bij het grote terras, ondanks al jaren zeer slechte ervaringen. Ook nu weer ging het met horten en stoten. Daar vooraf op inspelend bestelde ik gelijk maar twee bier. Uiteraard duurde dit mij weer te lang en heb ik nogmaals en nogmaals bier besteld. Of ik even vooraf wilde betalen. ‘Dacht het niet’ zei ik. Dat klinkt natuurlijk niet zo aardig, maar ervaring leert: eerst iets geleverd krijgen en dan betalen. Edoch: het kwam allemaal weer goed, toch zit er in de bediening geen enkel systeem, maar dat mocht de pret niet drukken van deze mooie loopdag.

Ging goed, morgen dag drie door het prachtige Bolsward met stempelen in die prachtige Broerekerk. Dat wil niemand missen.

Oant moarn!

Dag 1 Elfstedenwandeltocht

Uiteraard weer slecht geslapen voor de eerste dag van de Elfstedenwandeltocht. Nu is dat niet zo erg natuurlijk, want kansen tot slapen krijg je nog genoeg. Kwart over vijf het gebruikelijke Elfstedenritueel wat ik jullie zal besparen, want zo spannend is dat niet. Toch kwam ik nog in tijdnood en dit keer vergat ik de krentenbollen.

Gelukkig was ik kwart over zes bij de auto van Harmen uit Gaast. Baukje en Anna waren inmiddels al gesetteld in de wagen. Op naar de Elfstedenhal. Lichte twijfel bij de bestuurder vlakbij Leeuwarden, maar gelukkig is deze jongen goed op de hoogte van de verkeerssituatie aldaar.

Na vele korte gesprekjes bij de koffieautomaat in de Elfstedenhal vertrokken wij om 07.05 richting Ritsumersyl. Een prachtig begin van de route, het moet gezegd. Bij de tegenliggers waren we niet populair. Vele fietsers leken zich nogal te ergeren aan ons wandelaars. Dan moet je toch even terugdenken aan Nijmegen waar iedere toeschouwer enthousiast de lopers begroet. Elfstedenwandelaars worden in Friesland niet altijd gewaardeerd.

Al snel liepen de Bolswarders Sietze, Jan Teernstra en deze jongen naast elkaar. Verhalen genoeg onderweg evenals vele begroetingen van medelopers. Jan Terpstra, een van de nestors van deze loop, was weer goed gemutst en samen met Fré uit Koudum was hij aan het moppen tappen. Dat kan Terpstra als de beste, zeker de pikante grapjes vielen in de smaak. Ook Anna was weer van de partij, ditmaal alleen lopend. Al snel liep ze in gemakkelijk stijl van ons weg. Haar tempo ligt iets hoger als dan van ons. Wij liepen zo’n 10.15 minuten over een kilometer, zij waarschijnlijk een minuut sneller. Ook Fotograaf Cor uit Hallum kwam ik tegen. Volgens mij loopt hij voor de tweede keer, en ook hem leek het gemakkelijk af te gaan. Lucie liep weer zoals ze altijd loopt: opvallend aanwezig, altijd vrolijk, de rode draad van de Elfsteden. Ditmaal had ze voor een gele outfit gekozen. Waarschijnlijk wordt met morgen roze (gokje voor eigen rekening).

Geen koffie dit keer in Scharnegoutum, de bouillon-stop was nu in Sneek alwaar we de stempel om 11.57 kregen. De vergeten krentenbollen zou ik kopen bij Poiesz in IJlst waar het personeel het moest doen zonder Klaske, die zit op Terschelling. Heb tegen drie mensen gezegd dat ze de groeten moeten doen aan schoonzus. Ook een wildvreemde vrouw sprak ik aan. ‘Doche jo de groeten even oan Klaske?’ Volgens haar werkte ze vandaag niet en dat had ze goed gezien, deze betrokken klant (stevige en forse vrouw, goed gemutst).

Snel een bakkie gedaan bij het Wapen van IJlst met Jan en Sietze. Het was niet bijster druk in de zaak. Kreeg wat het gevoel dat er nog velen achter ons zaten. Na Drijlst (IJlst) begint de ellende, Hommerts/Jutrijp zijn nou niet bepaald dorpen waar je het warm van krijgt. Ook het rondje richting Woudsend en weer terug is een vervelend stukje, al valt het nog mee als je de bocht omgaat richting Spannenburg. Gelukkig mochten we bij de boer rechtsaf en uit ervaring en met GPS wist ik dat het dan nog 5 kilometer was. Vijf kilometer is zo’n 53 minuten dus was het al duidelijk dat we onze tijd van vorig jaar niet zouden halen. Teleleurstelling bij ons natuurlijk, dat kunt u wel begrijpen. Sietze wist zijn tranen nog net in te houden toen we om 16.13 uur het stempeltje kregen: zeven minuten later dan vorig jaar, foei! Het kon nog erger want tien minuten later arriveerden de goedlachse broers uit Sint Anna. De broer van Piet zat er he-le-maal doorheen en hij stak af tegen de fitte Piet die alras geel-wit vocht wist te bemachtigen. Morgen zien we Piet weer terug met dat prachtige shirtje! Geruchten dat hij morgen heen en terug loopt kunnen we nog niet bevestigen.

Piet in staat van ontbinding

Na wat troostende woorden konden we toch aan het bier, al vertrok Sietze naar een vriend om de kwaliteit van Sonnema Berenburg in Sleat te testen. Na wat drammen op het terras kregen Jan en deze jongen toch het gewenste bier, dat viel – het moet gezegd – niet tegen. Nu maar hopen dat het in Workum morgen beter gaat dan zoals het altijd gaat: dramatisch. Een lichtpuntje is Folkerts trouwens. Daar hebben ze het prima in orde.

Op weg naar Elfstedenwandeltocht

Op het moment van schrijven niet zoveel getraind. Een keer 33, een keer 42 en vorige week zondag 44 kilometer gelopen (zie afbeelding hieronder). Moet zeggen dat het lopen knap gaat. Zeker de laatste keer over Harlingen en Franeker ging zonder problemen. De volgende dag nergens last van en dat geeft vertrouwen voor de komende Elfstedenwandeltocht. Deze tocht wordt mijn elfde.
Kon het toch niet laten: nogmaals een rondje van 33 km gelopen. Bolsward – Offingawier en terug.